Ablatie
Wat
Bij ablatie worden met opzet kleine littekens aangebracht op bepaalde delen van het hartweefsel, ter hoogte van zenuwverbindingen die niet normaal functioneren.
Zo kan de oorzaak van een ritmestoornis (de elektrische prikkels die de klachten veroorzaken) uitgeschakeld worden.
Voorbereiding
Dit onderzoek wordt gepland via een dagopname (ontslag dag van onderzoek) of via een klassieke opname (opname met overnachting). U mag 4 uur voor het onderzoek niet meer eten, drinken of roken. Zo het onderzoek doorgaat onder algemene verdoving mag u 6 uur voor het onderzoek niet meer eten, drinken of roken.
Uw cardioloog informeert u of, en zo ja welke medicijnen u voorafgaand aan de ingreep niet mag nemen.
Voorafgaand wordt een elektrocardiogram uitgevoerd en uw bloed onderzocht.
Ingreep
De ingreep gebeurt onder plaatselijke of volledige verdoving.
Een ader in de lies wordt onder lokale verdoving aangeprikt en via een klein buisje worden een of meerdere katheters tot in het hart gebracht. Een katheter is een dun buigzaam slangetje of buisje dat toelaat de electrische signalen in het hart te registreren.
De ablatie gebeurt door energie door de katheter te sturen, waarbij het hartweefsel plaatselijk vernietigd kan worden. Op die manier ontstaan later kleine littekens.
De cardioloog beweegt de katheter, zodat precies op de noodzakelijke plaats in uw hart kleine littekens gemaakt kunnen worden die toelaten de ritmestoornis definitief te behandelen.
De ingreep duurt tussen de 2 en 4 uur.
Nazorg
U moet na het ontwaken 4 uur stilliggen om bloeding in de lies te vermijden.
Indien de ingreep onder narcose gebeurde:
Mag u de eerste 24 uur niet alleen zijn
Mag u geen voertuig/wagen besturen de dag van het onderzoek/interventie
Moet u onder begeleiding van een volwassene naar huis
In principe kan u 24 uur na het onderzoek of behandeling terug alles doen. Aandacht voor het tillen van zware voorwerpen, nemen van een bad en/of fietsen: 3 dagen wachten (douchen kan wel). Of u al dan niet terug aan het werk kan, dient u met de dokter te bespreken.
De cardioloog brengt u op de hoogte of en zo ja welke medicijnen u verder moet nemen.