Klepoperaties
Waarom deze ingreep
Er zijn twee belangrijke klepziekten te onderscheiden:
Kleppen die minder goed bloed doorlaten omdat de klepblaadjes verhard (bv. verkalkt) of aan elkaar gegroeid zijn. De vlotte doorstroom van het bloed wordt belemmerd door het slecht openen van de hartklep (klepstenose).
Kleppen die niet goed afsluiten. Hierdoor wordt het bloed onvoldoende verder gepompt waar- door er steeds een gedeelte van het bloed terugvloeit. Dit noemt men klepinsufficiëntie of klepregurgitatie.
Klepgebreken kunnen:
aangeboren zijn,
het gevolg zijn van ziekten (vb.: acuut reuma),
het gevolg zijn van infecties door bacteriën (vb.: endocarditis),
het gevolg zijn van een infarct,
of het gevolg zijn van het verouderingsproces.
De hartklep kan hierdoor geleidelijk krimpen, verslappen of verharden waardoor ze onvoldoende opent of sluit.
Een operatie aan de klep is aangewezen bij klachten en symptomen, ernstige vernauwing, ernstige lekkage of infectie van de hartkleppen.
Voorbereiding op Klepchirurgie
In voorbereiding kunnen volgende onderzoeken nodig zijn:
Bloedonderzoek
Radiografie van de borstkas
Elektrocardiogram
Urineonderzoek
Longfunctie onderzoek
Consultatie bij de tandarts indien u aan de kleppen wordt geopereerd
Echografie van het hart
Echografie van de halsslagader
Indien nodig Coronarografie
Afhankelijk van de resultaten en de ernst van de aandoening wordt er een datum gepland voor de operatie. Tijdens de consultatie zal u ook indien nodig uw toestemming op papier moeten geven voor de voor- gestelde behandeling (informed consent).
Opname in het ziekenhuis
U wordt meestal de dag vóór uw operatie opgenomen. Tijdens de week wordt u verwacht om 11 uur op de verpleegafdeling. Op zon- en feest- dagen om 14 uur.
U hoeft niet nuchter binnen te komen, tenzij anders doorgegeven.
Uw gebruikelijke medicatie mag u de dag vóór de operatie nog verder in- nemen, met uitzondering van bloedverdunners (Marcoumar®, Marevan®, Sintrom®, Asaflow®, Cardio-aspirine®, Persantine®, Ticlid®, Plavix®, Sintrom®, Brilique®, Effient®, Pradaxa®, Xarelto®, Eliquis®) en orale anti diabetica (Glucophage®® of Metformax®).
Gelieve te melden of u bepaalde aandoeningen of voedingsgewoonten heeft waarmee we rekening moeten houden. Bijvoorbeeld: diabetes, allergie, epilepsie, bepaald dieet,...
Aangezien u na de operatie meestal wordt opgenomen op een andere kamer, vragen we u nog geen koffers uit te pakken vóór de operatie.
Op de kamer zal de verpleegkundige u een pakketje bezorgen bestaande uit 2 handdoeken, 2 washandjes, een operatiehemd en mondspoeling.
Deze handdoeken en washandjes mag u gebruiken vóór de operatie, zodat u uw eigen handdoeken niet nat dient weg te bergen. Na het poetsen van de tanden dient u met de mondspoeling de avond vóór en de ochtend van de operatie uw mond te spoelen.
Tussen 11 en 14u wordt er gevraagd om op de kamer te verblijven. In deze periode zal de kinesist langskomen om u uitleg te verschaffen over de ademhalings- en bewegingsoefeningen na de operatie. Ook de sociaal verpleegkundige komt langs. Tijdens deze periode wordt u ook onthaard door een medewerker van de afdeling.
Na de operatie gaat u naar de dienst intensieve zorgen, uw bagage wordt hier bijgehouden in een afgesloten ruimte. Het is wel aangeraden om vóór uw operatie indien mogelijk geen grote hoeveelheden bagage mee te brengen. Wanneer u na uw verblijf op intensieve zorgen terug naar de afdeling komt, kan uw familie de rest van de bagage mee- brengen.
De verpleegkundige zal u een lavement toedienen en met u uw medicatie overlopen die u de dag van operatie mag innemen.
Hij/zij zal u ook zeggen wanneer uw operatie de volgende dag doorgaat (om 07.30 uur of in de loop van de dag). Wanneer uw operatie in de loop van de dag gepland is, kunnen we u niet exact meedelen wanneer de operatie zal doorgaan. Dit tijdstip is immers afhankelijk van de duur van de operatie die vóór u plaatsheeft.
‘s Avonds komt ook de dokter-assistent van de afdeling bij u langs voor een klinisch onderzoek, evenals een dokter anesthesist die met u de verdoving tijdens de operatie zal bespreken.
De verpleegkundige zal u op voorhand een vragenlijst geven om in te vullen. Op deze manier beschikt de dokter-anesthesist over alle nodige informatie.
De dokter-anesthesist bepaalt ook welke slaapmedicatie u mag innemen de avond vóór uw operatie.
Deze medicatie zal door de avondverpleegkundige na 20 uur aan u bezorgd worden. U dient dus zelf geen slaapmedicatie in te nemen.
Vergeet niet uw tanden te poetsen en de mond te spoelen.
Wanneer uw operatie gepland is om 07.30 uur zal de nachtverpleeg- kundige u wekken rond 06.00 uur. Dan krijgt u de tijd om zich te wassen, uw tanden te poetsen en de mond te spoelen. U doet uw operatiehemdje aan zonder enig andere kledij, juwelen, bril, gehoorapparaat,... Vergeet desgevallend niet ook uw kunstgebit te verwijderen.
Zorg dat alle persoonlijke bezittingen ingepakt zijn. Enkel de ademhalingstrainer en mondspoeling legt u op uw bed.
De verpleegkundige zal u nog een kalmeringsmiddel brengen, dat u met een klein slokje water mag innemen. Blijf na de inname van deze medicatie in uw bed. De medicatie kan u immers draaierig maken.
U moet gedurende de hele dag nuchter blijven.
Ingreep
De operatie is mogelijk via het openmaken van de borstkas of via een kleine incisie (snede) tussen de ribben, dit hangt ervan af welke klep precies moet vervangen worden. Tijdens de operatie kan men een klep vervangen of herstellen.
Bij het herstellen van de klep (plastie) blijft de eigen klep bewaard. Meestal wordt er bij herstel van de klep ook een ring geplaatst ter ondersteuning van de reparatie (zie figuur 1). De stollingsremmende medicatie kan meestal gestopt worden na een zestal weken, steeds in overleg met uw arts. Daarna wordt een bloedplaatjesremmer gestart.
Bij gebruik van het bloedvat uit het been of de onderarm worden deze enerzijds vastgehecht op de aorta (de grote lichaamsslagader vanwaar ook de kroonslagaders ontspringen) en anderzijds op de kroonslagader zelf, voorbij de vernauwing.
De borstslagader wordt langs één uiteinde losgemaakt en vervolgens verschoven en vastgehecht op de kroonslagader.
Wanneer reparatie onmogelijk is, zal worden overgegaan tot implantatie van een klepprothese:
Een mechanische kunstklep
Een biologische klep
Mechanische kunstklep
De “Bileaflet prothese” is de meest frequent geplaatste kunstklep bij jongere patiënten. Ze bestaat uit twee kantelende schijfjes
en is gemaakt uit koolstof.
Het voordeel van deze kunstkleppen is dat zij duurzaam zijn. Daar staat tegenover dat de patiënt levenslang stollingsremmende geneesmiddelen moet innemen en regelmatig de toestand van zijn bloedstolling moet laten controleren.
Mechanische klep
De mechanische klep is nagenoeg niet hoorbaar, het tikken wordt dus meestal niet als hinderlijk ervaren.
Biologische kunstklep
Xenograft: donorklep van dierlijke oorsprong (varken of rund). Deze kunstklep wordt het meest geplaatst bij oudere mensen
Homograft: dit is een klep afkomstig van menselijke donoren, deze zijn weinig beschikbaar.
Autograft: dit zijn kleppen afkomstig van de patiënt zelf; vb.: vervanging van de aortaklep door de eigen pulmonalis-klep, waarna een homograft wordt aangebracht op de plaats van de verwijderde pulmonalis-klep (Ross-procedure).
Deze kleppen hebben als voordeel dat de patiënt niet altijd bloed verdunnende medicatie hoeft te gebruiken en dat de klep niet hoorbaar is. Het nadeel is een mogelijke slijtage op langere termijn.
Bij vragen in verband met de klepkeuze (mechanisch of biologisch) kan u steeds bij de arts terecht, de voor en nadelen van de klep worden ook steeds met hem besproken.
Risico’s en mogelijke alternatieven
Elke operatie brengt risico’s met zich mee. Enkele mogelijke risico’s na een hartoperatie zijn: bloedingen, ritmestoornissen, wondinfecties, loslaten van het borstbeen, nierinsufficiëntie en longinfecties. Wanneer u met vragen zit in verband met de risico’s van de operatie kan u steeds terecht bij de arts. Hij zal dit steeds uitgebreid met u bespreken.
Resultaat en kans op succes
Met voeding kan u het risico op hart- en vaatziekten verlagen en uw bloeddruk onder controle houden. Gezond eten is de eerste stap naar genezing én preventie.
Veel mensen hebben een te hoog cholesterolgehalte (hyper- cholesterolemie) wat schadelijk is voor de bloedvaten. Vaak wordt dit laattijdig opgemerkt, wanneer er reeds gezondheidsklachten zijn.
Daarnaast hebben veel mensen ook een te hoge bloeddruk (hyper- tensie). Ook deze factor verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, terwijl er geen uitgesproken symptomen zijn.
Het strikt opvolgen van het medicatiebeleid maakt de kans op succes groter.
Over roken kunnen we kort zijn: STOP met roken. Rokers die na een infarct blijven roken, hebben dubbel zoveel kans op een tweede infarct dan zij die stoppen met roken. Wanneer u hierover meer informatie wil, kan u terecht bij de rookstopkliniek.
Meteen na de ingreep
Na de ingreep zal men u onder narcose naar de afdeling intensieve zorgen brengen. Daar zal men u, van zodra alles stabiel is, wakker maken. Gedurende deze periode zal u reeds medicatie tegen de pijn krijgen zodat u bij het wakker worden bijna pijnvrij zal zijn. Ook ademen zal beter gaan.
Het ademen zal dan nog verlopen via een buisje in de keel, het duurt ongeveer 15 minuten voordat deze buis verwijderd wordt. Tijdens deze 15 minuten kan u nog niet spreken en is het aan te raden om zo rustig mogelijk in en uit te ademen. Na het verwijderen van het buisje is het terug mogelijk om te spreken. U krijgt wel nog zuurstof via een neusbril, om u te ondersteunen.
De ademhalingsoefeningen die vooraf/preoperatief worden aangeleerd door de kinesist, zijn dus heel belangrijk. Deze oefeningen hebben tot doel:
Verbeteren van de ventilatie van de verschillende longdelen.
Infecties vermijden door het ophoesten van fluimen.
Naast de beademing zal u op intensieve zorgen nog een katheter in uw hals, pols en blaas hebben. Ook zullen er thoraxdrains aanwezig zijn die ervoor zorgen dat wondvocht en lucht uit de borstkast kunnen worden afgevoerd.
Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Het is dan ook nodig dat u onder een voortdurend toezicht staat. Om dit toe- zicht zo optimaal mogelijk te laten verlopen, doet men beroep op verschillende apparaten. Uw hartritme, bloeddruk, saturatie en pols- frequentie zullen doorlopend gecontroleerd worden door een monitor. Er zal steeds een verpleegkundige en een dokter aanwezig zijn - 24 op 24u.
U zal volgens een vast schema al de nodige medicatie krijgen. Naast het schema dat wij hanteren om de pijn zo goed mogelijk tegen te gaan, is het mogelijk om nog iets extra bij te vragen mocht de medicatie onvoldoende zijn. De dag na de ingreep zal de dokter u in de voormiddag onderzoeken en beslissen of u reeds naar uw kamer op de gewone verpleegafdeling terug kan. Zo ja, dan is de verhuis voorzien nog dezelfde voormiddag of kort na de middag. Zo niet, dan blijft u nog een dag op de dienst intensieve zorgen en zal men de volgende dag dezelfde werkwijze volgen.
Rusten is tijdens uw verblijf op intensieve niet altijd even gemakkelijk, allerlei toestellen zullen af en toe alarm geven tracht daar rustig bij te blijven, de dokters en verpleegkundigen volgen dit alles voor u op. Bij vragen kan u steeds bij hen terecht.
Naar de verpleegafdeling
Na uw verblijf op intensieve zorgen zal u terug naar een gewone afdeling gebracht worden. Dit kan al na 24 uur. Een langer verblijf is mogelijk, afhankelijk van uw toestand.
Tijdens het transport wordt u gemonitord.
Bij uw aankomst op de verpleegafdeling wordt u zo comfortabel mogelijk geïnstalleerd.
Uw bloeddruk, pols, zuurstofsaturatie en uw temperatuur worden op regelmatige tijdstippen gecontroleerd. U krijgt een telemetrie; dit is een toestel waarmee uw hartritme wordt opgevolgd. Wanneer u ons nodig hebt kan u steeds bellen. Uw bagage wordt op uw kamer gebracht door een medewerker van de afdeling. Wanneer u dat wenst, wordt uw familie opgebeld.
Wanneer u al één dag na de operatie terug naar de afdeling komt, wordt u intensief gevolgd. Iedere twee uur wordt uw bloeddruk, temperatuur, pols en saturatie gecontroleerd alsook het debiet van de thoraxdrains en blaassonde. U zal deze dag nog niet uit bed mogen komen. Vanaf dag twee na de operatie zijn er drie controles per dag.
De dagelijkse verzorging verloop als volgt:
Tussen 7 en 11 uur zal er een verpleegkundige bij u langskomen voor de ochtendverzorging. De eerste dag wordt u nog gewassen in bed, nadien kan dit aan de wastafel of in de douche, afhankelijk van uw toestand.
Uw gewicht wordt dagelijks gecontroleerd.
Uw wonden worden dagelijks gecontroleerd en verzorgd wanneer
nodig.
Uw bloeddruk, pols, temperatuur en saturatie worden 3 maal per dag gecontroleerd
De chirurg of zijn assistent zullen dagelijks bij u langskomen, indien u vragen heeft kan u deze steeds stellen.
De artsen zullen met u zo snel mogelijk een ontslagplanning maken (ontslag valt ongeveer 7 dagen na de operatie).
Tijdens de operatie worden er drains geplaatst, deze zijn voor evacuatie van vocht en lucht en blijven meestal enkele dagen ter plaatse. Zodra er minder of geen vocht en/of lucht meer uit de drains komt, verwijdert de arts de drain. Dagelijks wordt er een longfoto genomen om de drain te controleren.
Tijdens uw verblijf zullen er ook nog regelmatig onderzoeken plaats- vinden: bloedafnames, EKG en longfoto’s. Dit gebeurt om uw toestand nauwlettend op te volgen en eventuele complicaties op te sporen.
Medicatie
Na de operatie is het mogelijk dat uw thuismedicatie wat aangepast wordt. U zal dus op de afdeling niet meer volledig dezelfde medicatie krijgen als thuis. Bij ontslag wordt u een medicatieschema gegeven, samen met de apotheekvoorschriften van het nieuwe medicatiebeleid. Wanneer u vragen hebt rond medicatie kan u deze steeds stellen aan de verpleegkundige of arts.
Telemetrie
Na een hartoperatie zal u altijd een telemetrie dragen. Dit is een zender die uw hartritme meet en registreert via elektroden op de borstkas. De verpleegkundigen kunnen op een beeldscherm uw hartritme in de gaten houden of observeren. De telemetriezenders kunnen draadloos signalen zenden via een netwerk van antennes in het plafond.
Buiten onze afdeling hebben we geen zenderbereik meer, waardoor wij niet meer kunnen observeren of u problemen heeft met uw hartritme. Vandaar zult u bij het verlaten van de afdeling (bijvoorbeeld voor een onderzoek), worden begeleid door een medewerker van het ziekenhuis.
Pijnbehandeling
Na de operatie kan pijn optreden. Dit wordt de postoperatieve pijn genoemd. Pijn kan het genezingsproces vertragen. Daarom is het belangrijk dat onmiddellijk na de operatie, zo nodig zelfs voor de operatie, een goed pijnbeleid gevoerd wordt. Immers, dankzij een goede pijnbehandeling herstelt u beter, wordt de kans op complicaties kleiner en kan de hospitalisatieduur eventueel verkorten. Met een goede pijnstilling ondervindt u als patiënt zo weinig mogelijk hinder van de operatie.
Vanaf het ontwaken op intensieve zorgen zal men op regelmatige tijdstippen vragen uw eventuele pijn met een cijfer tussen 0 en 10 op een pijnschaal aan te geven.
Geen pijn 0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 Ondraaglijke pijn
Afhankelijk van uw pijnbeleving wordt pijnmedicatie toegediend volgens een vooropgesteld schema. Afwijkingen op dit schema zijn mogelijk. Het is heel belangrijk dat u aan de verpleegkundigen laat weten of de pijnstillers goed helpen. Hierdoor kan de pijnmedicatie, indien nodig, tijdig worden aangepast. Hoe langer u wacht met het melden van pijn, hoe moeilijker het is om de pijn degelijk te bestrijden.
Voeding
Na een hartoperatie is het belangrijk extra aandacht te besteden aan uw voeding. Gezonde voeding helpt mee om uw hart en bloedvaten in conditie te houden. Tijdens uw verblijf op de afdeling komt er dagelijks een diëtist(e) langs. De diëtist(e) overloopt met u de voeding in het ziekenhuis en geeft u informatie over uw voeding thuis. U zal hiervoor de nodige brochures van de diëtist(e) ontvangen.
Kinesitherapie
Vanaf het moment dat u wakker wordt op intensieve zorgen zal u begeleid worden door een kinesist. De eerste dag gebeurt dit enkel in bed. De dagen nadien zullen de oefeningen progressief opgedreven worden afhankelijk van uw toestand. De bedoeling is om bij ontslag te kunnen fietsen en de trap op te lopen.
Bij ontslag krijgt u een voorschrift van 20 beurten om thuis dezelfde oefeningen verder te zetten onder leiding van een kinesist. Er is ook de mogelijkheid een revalidatieprogramma te volgen in het ziekenhuis. Voor meer informatie kan u terecht bij uw arts.
De ademhalingstrainer (Cliniflo®) wordt u bezorgd door de kinesist en zal u helpen om langzaam en diep te ademen zodat de longen zich goed uitzetten na de operatie. De snede bij de operatie, de eventuele longcollaps (invallen van longen), de verdoving en de intubatie (aanbrengen van een buis in de luchtpijp voor beademingstoestellen) maken kinesitherapie onontbeerlijk. Het is belangrijk de ademhalingstrainer regelmatig te gebruiken. Hoe u dit moet doen, wordt uitgelegd door de kinesist.
Een sternasafe, een actieve band ter ondersteuning van het sternum wordt als een preventief hulpmiddel direct na de operatie omgedaan.
Deze band zorgt voor een goede ondersteuning rondom de borstkas wat wondpijn zal voorkomen bij oefeningen en hoesten. Dit wordt enkel ge- geven bij mensen die zwaarlijvig zijn of problemen hebben om fluimen op te hoesten. Verder is het steunverband een preventief hulpmiddel bij:
respiratoire complicaties (ademhalingsproblemen)
wondinfecties aan het borstbeen
losliggend borstbeen
wondpijn bij oefeningen en bewegen.
Bij vrouwen met een wat grotere borstomvang kan een goed onder- steunde BH comfort geven, er wordt aangeraden om dag en nacht een beha te dragen. Dit verlaagt de spanning op het litteken, waardoor de wonde minder pijnlijk zal zijn. Het litteken wordt minder breed en dus mooier. De artsen raden aan steeds een BH te voorzien in de bagage die na de operatie gedragen kan worden.
Na het volgen van kinesitherapie thuis (reeks van 4 weken) kan u uw cardiale revalidatie starten in een erkend centrum voor hartrevalidatie naar keuze, mits toestemming van uw cardioloog.
Naast fysieke training krijgt u ook psychosociale begeleiding.
Harva (hartvereniging Aalst) biedt de ideale verderzetting van uw programma. Deze vereniging voor hartpatiënten organiseert trainings- sessies, uitstapjes, wandelingen en voordrachten.
Ontslag uit het ziekenhuis – nazorg thuis
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor een controleconsultatie bij de chirurg (binnen de 4 tot 6 weken). Na deze consultatie wordt u verder gevolgd door uw cardioloog en/of huisarts.
Het is aangeraden dat u zich regelmatig weegt. Indien uw gewicht op korte tijd toeneemt zonder veranderde eetgewoonten, dan neemt u best contact op met uw huisarts. Dit kan er namelijk op wijzen dat u teveel vocht ophoudt. Vaak wordt u dan ook kortademig
Bij uw ontslag krijgt u een brief mee met een overzicht van de medicatie, alsook een medicatievoorschrift. Wanneer u vragen heeft, stel ze gerust aan arts of verpleegkundige. U mag nooit zelf medicatie wijzigen of bijkomende medicatie nemen. Raadpleeg altijd eerst uw huisarts.
Richtlijnen voor thuis
De eerste drie weken na operatie mag u geen ligbad nemen noch zwemmen, om verweking van de wonde te vermijden. Douchen is geen probleem. Na het douchen, mag u de wonde niet droogwrijven, enkel deppen. Zorg er voor dat de wonden altijd goed droog zijn na het wassen.
Verdere wondzorg is thuis in principe niet nodig. Bij wondproblemen in het ziekenhuis moet de wonde thuis verder door een thuisverpleeg- kundige worden verzorgd. U krijgt hiervoor de nodige voorschriften mee.
U mag geen wondkorstjes verwijderen gezien het infectiegevaar. Bij eventuele verandering van de wondtoestand moet u contact opnemen met de huisarts. Wij raden u af poeder of talk te gebruiken, omdat dit de kans op infectie verhoogt. Smeer ook geen zalven op de wonde zolang er nog korstjes aanwezig zijn.
Eventuele hechtingen moeten verwijderd worden door de huisarts. Hiervoor krijgt u van op de afdeling een “schaartje” mee. Wanneer de hechtingen dienen verwijderd te worden, staat in de brief voor de huisarts. Dit is meestal 14 dagen na de operatie.
Er wordt geadviseerd om de eerste 6 maanden tot 1 jaar niet in direct zonlicht te komen met de wonde tenzij met een afdekkend verband of ‘total sunblock’ wordt gebruikt.
De seksuele activiteit na een hartoperatie kan door de ingreep wat beïnvloed worden. Tijdens het vrijen, neemt de hartslag toe en stijgt de bloeddruk. De gemiddelde maximale hartslag en bloeddruk bij seksuele betrekkingen is bij gezonde mensen en hartpatiënten ongeveer hetzelfde. U moet wel rekening houden met een aantal mogelijke gevolgen: verminderd libido, pijnlijke borstkas, angst....
Sommige medicijnen die u neemt, kunnen leiden tot verminderd seksueel verlangen of impotentie. Problemen in verband met seksualiteit kan u bespreken met de arts. Hij kan u raad geven of doorverwijzen.
Uw chirurg adviseert om te wachten om een auto te besturen tot na de controle raadpleging (ongeveer 4 tot 6 weken na uw ontslag uit het ziekenhuis). U kunt als passagier wel steeds meerijden. Er is geen medische reden waarom u geen gordel kunt dragen. Het dragen van de gordel blijft dan ook verplicht.
Raadpleeg ook steeds de website van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid: www.bivv.be.
Werkhervatting
De meeste patiënten met een beroepsactiviteit kunnen hun vroegere bezigheden hervatten. Het ogenblik en de wijze waarop u uw werk hervat, bespreekt u samen met uw huisarts, de chirurg, de adviserende arts van de mutualiteit, controlearts en de arbeidsgeneesheer. Dit is in het algemeen mogelijk 2 tot 4 maanden na de operatie, afhankelijk van eventuele nabehandeling.
Deeltijdse werkhervatting omwille van medische reden is ook een mogelijkheid.
Voor verdere informatie kan u terecht bij de sociaal verpleegkundige.
Op vakantie?
In principe mag u afhankelijk van uw toestand na de controle afspraak bij de chirurg (4 tot 6 weken na uw ontslag uit het ziekenhuis) op vakantie. Wel wordt gedurende de eerste 2 maanden reizen met het vliegtuig afgeraden. Uw arts zal de verschillende vakantiemogelijkheden met u kunnen bespreken, rekening houdend met uw gezondheids- toestand. Bespreek uw plannen met hem en volg zijn raad op indien hij aarzelend staat tegenover bepaalde activiteiten.
Aandachtspunten op vakantie:
Vermijd grote hitte.
Het litteken mag de eerste 6 maanden tot een jaar na de ingreep niet blootgesteld worden aan de zon, om woekering van littekenweefsel te vermijden.
Elk vervoermiddel is toegestaan, een vliegreis is enkel toegestaan na akkoord van de chirurg.
Denk aan uw voeding.
Zorg voor voldoende medicatie, neem eventueel bijsluiters mee.
Neem eventueel het operatieverslag mee.
Ondersteuning
Hebt u na het ziekenhuisverblijf nog verzorging nodig, dan verwijzen wij door naar de bestaande thuiszorgdiensten. Voor verdere verzorging kan contact opgenomen worden met de thuisverpleging.
De uitleendienst van het ziekenfonds stelt materiaal ter beschikking zoals een ziekenhuisbed, toiletstoel, oefenfiets, personenalarmsysteem...
De poetsdienst of dienst voor gezins-en bejaardenhulp biedt hulp als de huishoudelijke taken een belasting zijn na een ziekenhuisverblijf. Ook warme maaltijden aan huis is een mogelijkheid.
Is de thuissituatie zelf niet bevorderlijk voor herstel, kan men een aanvraag doen voor een zorgverblijf. Ook een kortverblijf in een rustoord behoort tot de mogelijkheden. Belangrijk is de aanvraag tijdig te doen; dit kan al voor de opname in het ziekenhuis, zodat alles vlotter kan afgesproken worden.
Indien het herstel trager verloopt en de zelfredzaamheid en mobiliteit beperkt zijn, kan men op medisch advies een verdere hospitalisatie aangevraagd worden in een daarvoor aangewezen revalidatiedienst (of SP-dienst) in een ziekenhuis.
Rookstopkliniek: stoppen met roken? Een wijze beslissing!
Iedereen weet dat roken de gezondheid ernstige schade toebrengt. Roken is mede verantwoordelijk voor het veroorzaken en het in stand houden van hart- en vaatproblemen. Door te stoppen met roken verminder je de kans om nieuwe, ernstige, bijkomende gezondheids- problemen te krijgen of de reeds bestaande problemen te verergeren.
Is het tot nog toe niet gelukt om te stoppen met roken of rookstop vol te houden, dan kan u hulp en ondersteuning krijgen:
Via de rookstopkliniek van het OLV-Ziekenhuis. Voor een afspraak belt u naar het nummer 053/72. 88. 95.
Via een erkend tabacoloog bij u in de buurt. Adressen en contactgegevens van de erkende tabacologen vind je op de site http://www.vrgt.be/.
Via tabakstop: http://www.tabakstop.be
Meer informatie kan u terugvinden in de uitgebreide informatiebrochure voor patiënten met een hartoperatie.
Er is een dienst Cardiale heelkunde in elk van onze drie campussen.
Meer informatie over hartoperaties vindt u hier.