Hartfalen

Hartfalen (CHF of congestief hartfalen) betekent letterlijk dat het hart faalt in zijn opdracht: het is niet langer in staat voldoende bloed naar de longen en het lichaam te pompen. 

Zoals u weet is het hart een spier die het bloed pompt naar alle organen in ons lichaam. Bij hartfalen kan het hart niet langer voldoende bloed rondpompen. Met andere woorden: de menselijke motor laat het dan afweten.

De gevolgen van hartfalen zijn bijvoorbeeld dat u minder vlot vooruit kunt, dat kleine inspanningen plots bergbeklimmingen worden. Het hart is werkelijk de motor van ons lichaam, en het falen ervan heeft een invloed op het ganse gestel.

Bij een falende pompfunctie zal ons lichaam een aantal verdedigingsmechanismen in werking stellen waardoor het hart een zekere periode toch zijn functie kan uitoefenen. Een van die mechanismen is het opstapelen van zout en vocht in het lichaam, om een gebrek aan pompkracht te compenseren. Daarom kunnen door vochtopstapeling uw voeten of onderbenen opzwellen. Water op de longen zorgt dan weer voor de kortademigheid die u ervaart als u platligt in bed of wanneer u inspanningen doet.

Het is belangrijk om de symptomen snel te (h)erkennen zodat een adequate behandeling mogelijk is. Zo niet wordt hartfalen steeds erger, waardoor een ziekenhuisopname noodzakelijk wordt.

In het Aalsterse Onze -Lieve-Vrouw- Ziekenhuis is binnen de cardiologie veel geïnvesteerd in de behandeling van hartfalen. Alle behandelingen gaande van medicamenteuze therapie tot en met kunsthart en transplantatie worden in de dienst aangeboden.

Oorzaken van hartfalen

VERNAUWINGEN VAN DE KRANSSLAGADERS EN INFARCT

De kransslagaders voorzien het hart van bloed. Door een vernauwing of een volledige verstopping van deze slagaders heeft het hart te weinig of geen zuurstof waardoor de hartspier verzwakt of afsterft. Hierdoor vermindert de pompfunctie van het hart.

ARTERIËLE HYPERTENSIE

Door een te hoge bloeddruk wordt het hart extra belast. Het orgaan wordt verplicht zich aan te passen door de hartspier dikker te maken. Op termijn gaat de hartspier dan ook falen omdat zij tegen een te hoge weerstand moet pompen.

CARDIOMYOPATHIE

Dit betekent letterlijk een ‘hartspierziekte'. De hartspier zelf is ziek. De hartspiercellen hebben een abnormale structuur en functie. De hartwand wordt te dun, te dik of te stijf. De hartspier kan ook aangetast worden door een infectie (myocarditis). Sommige cardiomyopathieën zijn erfelijk. Anderzijds liggen sommige giftige stoffen aan de oorsprong van een hartspierziekte (‘toxisch' hartlijden). Zo kan in onze Westerse landen dit het gevolg zijn van overmatig alcoholgebruik of het nuttigen van drugs. Longlijden, schildklierproblemen, diabetes, bloedarmoede, chemotherapie en bestraling kunnen ook aan de basis van hartfalen liggen. Het komt er steeds op neer het hartfalen goed te behandelen.

KLEPLIJDEN

Door een slechte werking van een hartklep, aangeboren of door slijtage op hogere leeftijd, kan hartfalen ontstaan. Echter, dit kan in veel gevallen verholpen worden indien tijdig een klepherstel of -vervanging wordt uitgevoerd.

HARTRITMESTOORNISSEN

Wanneer het hart gedurende een lange tijd te snel of te traag klopt, kan het aanleiding geven tot hartfalen.

Vaak wordt hartfalen veroorzaakt door een combinatie van factoren.

Symptomen van hartfalen

Alhoewel de diagnose van hartfalen vaak kan vermoed worden op basis van de bovenvermelde symptomen en tekens, willen wij toch graag het hartfalen zo goed mogelijk in kaart brengen en de onderliggende oorzaak achterhalen. Dit doen we in de eerste plaats door een aantal technische onderzoeken uit te voeren.

Bij elke patiënt verrichten we naast een klinisch onderzoek een uitgebreide bloedname. Verder wordt ook steeds een electrocardiogram (ECG) en een echocardiografie uitgevoerd. Dit laatste onderzoek gebeurt bij voorkeur gewoon op de borstkas, maar soms is een onderzoek via de slokdarm noodzakelijk.

In meer specifieke gevallen voeren wij ook een diagnostische hartkatheterisatie uit, dit is een contrastonderzoek langs de lies of de pols waarbij we de kransslagaders in beeld brengen. Aanvullend kunnen we dan ook de hartkleppen en de drukken binnen in het hart en de longbloedvaten meten. Soms wordt ook een magneetscan van het hart (MRI) verricht (bijvoorbeeld bij cardiomyopathieën - zie hoger) of wordt, steeds in overleg met de patiënt, beslist om een klein stukje hartspierweefsel te collecteren (een hartbiopsie) om microscopisch en genetisch onderzoek te kunnen uitvoeren. Indien er vermoedens zijn van ernstige ritmestoornissen kunnen deze in kaart gebracht worden mits Holtermonitoring of aanvullend elektrofysiologisch onderzoek.



Lees meer over Hartfalen

Lees meer over Hartfalen (bis)

Vorige
Vorige

Holteronderzoek